CLIL - wiskunde
Van wiskunde wordt wel eens gedacht dat het een weinig talig vak is. Deze visie op de rol van taal binnen wiskunde is ondertussen bijgestuurd. Er is aandacht voor rijke context-opgaven. Wiskundige activiteit en het ontdekken staan centraal. Daarnaast is het kunnen verwoorden van concepten een belangrijke stap in het verankeren van kennis in het langetermijngeheugen. Tot slot is sociale interactie bepalend in het verwerven van nieuwe inzichten, en daarbij speelt taal een cruciale rol.
We gaan hier dieper in op deze aspecten, en we geven ook enkele voorbeelden uit de praktijk.
Voorbeelden
De rol van taal in wiskunde
Van wiskunde wordt wel eens gedacht dat het een weinig talig vak is. In algebra leren leerlingen immers vooral correct rekenen met getallen en letters, in meetkunde worden lengtes van lijnstukken, groottes van hoeken, enz. berekend, in kansrekenen worden mogelijkheden geteld en kansen berekend. Wiskunde heeft naast de specifieke vaktaal ook een (eigen) symbolische taal die universeel is.
Vanuit verschillende invalshoeken is deze visie op de rol van taal binnen wiskunde ondertussen bijgestuurd.
"ontdekken": een wiskundige activiteit
Binnen de visie op wiskundeonderwijs is er een verschuiving gebeurd naar realistisch wiskundeonderwijs (Realistic Mathematics Education (RME), Freudenthal 1983).
In plaats van kale rekenoefeningen en klassieke schoolvraagstukken is er grote aandacht voor rijke context-opgaven die zo veel mogelijk gelijkenis vertonen met levensechte problemen, omdat deze zowel de motivatie verhogen als meer duurzaam leren opleveren. Het spreekt voor zich dat in context-rijk onderwijs taal een grotere rol speelt.
Een ander kernidee van RME is dat het in wiskundeonderwijs niet zozeer gaat over het onderwijzen van leerstof. Veeleer staat de wiskundige activiteit van het ontdekken centraal. Dat zelf ontdekken is dan het doel voor de leerlingen.
verwoorden zorgt voor beter leren
Een tweede invalshoek die het belang van taal binnen wiskundeonderwijs onderstreept, komt vanuit de cognitieve neurowetenschappen.
Om goed en efficiënt te leren is het belangrijk om ervoor te zorgen dat kennis in het langetermijngeheugen wordt geordend in rijke, samenhangende cognitieve schema’s, zodat nieuwe kennis kan vastgeknoopt worden aan reeds bestaande kennis.
Hierbij is het verwoorden van betekenis(sen) van concepten, de gelijkenissen en verschillen met reeds geleerde (deelaspecten) ervan benoemen, en dus het ‘taal geven aan’, van groot belang.
leren in interactie
Een derde en laatste invalshoek ten slotte komt vanuit de constructivistische leertheorie van activerend leren. Leerlingen komen tot nieuwe inzichten door in sociale interactie met anderen betekenis te geven aan hun leren. Daarbij speelt taal uiteraard een cruciale rol.
Maximaal spreekkansen creëren
extra spreekkansen
Het is niet toevallig – zo blijkt uit onderzoek – dat de resultaten van CLIL-leerlingen even goed of zelfs vaak beter zijn dan vergelijkbare groepen in niet-CLIL-onderwijs. Volgende wetenschappers kwamen tot soortgelijke resultaten in verschillende landen:
CLIL-onderwijs heeft als doel extra spreekkansen te bieden aan leerlingen in de vreemde taal.
spreken over wiskunde
Daarom wordt in CLIL-lessen bewust ingezet op taal.
Dit ‘spreken over’ in wiskunde helpt niet alleen om de vakterminologie in de vreemde taal te beheersen, maar zorgt ook voor rijkere cognitieve schema’s van de wiskundige concepten, en dus voor meer inzicht, en voor een betere transfer op het moment dat deze concepten toegepast moeten worden in realistische contextproblemen.
activerende werkvormen
Een manier om veel taalactiviteit in de les te verkrijgen is het gebruik van activerende werkvormen. Spelvormen waarbij vragen aan elkaar gesteld moeten worden, de presentatie van een poster, een activiteit met kaartjes waarbij overlegd moet worden, … zijn hiervan voorbeelden.
Zie ook
voorbeeld 1 en
voorbeeld 2.
Referenties
Badertscher, H., & Bieri, T. (2009). Wissenserwerb im content and language integrated learning: Empirische Befunde und Interpretationen. Bern: Haupt.
Heine, L. (2008). Task-based cognition of bilingual learners in subject-specific contexts. In J. Eckerth, & J. Siekmann (Eds.), Task-based language learning and teaching: Theoretical, methodological, and pedagogical perspectives (pp. 203–226). Frankfurt am Main: Peter Lang.
Lasagabaster, D., & Ruiz de Zarobe, Y. (Eds.). (2010). CLIL in Spain: Implementation, results and teacher training. Newcastle: Cambridge Scholars Publishing.
Nikula, T. (2007). The IRF pattern and space for interaction: Comparing CLIL and EFL classrooms. In C. Dalton-Puffer, & U. Smit (Eds.), Empirical perspectives on CLIL classroom discourse – CLIL: Empirische Untersuchungen zum Unterrichtsdiskurs (pp. 179–204). Frankfurt am Main: Peter Lang.
Van de Craen, P., Ceuleers, E., & Mondt, K. (2007). Cognitive development and bilingualism in primary schools: Teaching maths in a CLIL environment. In D. Marsh, & D. Wolff (Eds.), Diverse contexts – converging goals: CLIL in Europe (pp. 185–200). Frankfurt am Main: Peter Lang.
Zydatiß, W. (2012). Linguistic thresholds in the CLIL classroom? The threshold hypothesis revisited. International CLIL Research Journal, 1, 16–18.
Coyle, D. (2013). Listening to learners: An investigation into ‘successful learning’ across CLIL contexts.
International Journal of Bilingual Education and Bilingualism, 16, 244–266. doi: 10.1080/ 13670050.2013.777384
Wil je graag meer weten?
Neem dan contact met ons op!
Disclaimer
Niets van de gegevens verzameld via deze website wordt doorgegeven aan derden. Wij volgen het
cookie- en
privacybeleid van UCLL.