4. Vocabulaire : basketball

Voorbeeld 4    Répétition du vocabulaire : basketball 

(Uit: Praktijkonderzoek Eva Roose)


CLIL-vak: Lichamelijke Opvoeding 

Graad: 1ste  graad  


Sleutelcompetentie: Lichamelijke en geestelijke gezondheid

Eindtermen:   

1.9 De leerlingen voeren, conform de bewegingsnorm en rekening houdend met hun eigen fysieke capaciteiten, op veilige wijze bewegingen en activiteiten uit in verschillende omgevingen met nadruk op plezier en beweging en sport.

1.10 De leerlingen voeren basistactieken toe in verschillende spelvormen en binnen elke groep van sporten.

1.11 De leerlingen aanvaarden winst en verlies in beweging en sport.

1.12 De leerlingen hanteren principes van fairplay en teamspirit met nadruk op plezier en beweging en sport.


Sleutelcompetentie: Andere talen

Eindterm:   

3.1 De leerlingen zijn gemotiveerd voor taal m.i.v. cultuur, lezen, schrijven, luisteren en inzicht in het taalsysteem. (attitudinaal)


Doeltaal: Frans

Lesonderwerp: basketbal, toepassen van basistechnieken basketbal in meerderheidssituaties

Taalvaardigheid: spreekvaardigheid / luistervaardigheid

Samenwerking met taalleraar:   

TIP 2 Planning – Ga samen zitten om je jaarplanning te bekijken

Focus voor de CLIL-leraar:

Spreekkansen creëren en herhaling van woordenschat.


Onderzoeksvraag

Hoe kunnen we leerlingen motiveren/ ondersteunen om Frans te gebruiken in de les Lichamelijke Opvoeding, in een veilige omgeving, zonder afbreuk te doen aan het tempo in de les en door linken te leggen naar de lessen Frans?


Doelen

Lichamelijke Opvoeding

  • De leerlingen reageren snel en correct op verbale prikkels (bewegingsgebonden).
  • Aanvaller: de leerlingen kunnen een juiste opstelling aannemen om aanspeelbaar te zijn en een meerderheidssituatie uit te spelen (bewegingsgebonden).
  • Verdediger: de leerling stelt zich als verdediger correct op tussen de bal en het doel (bewegingsgebonden).
  • De leerlingen verbeteren samenspel door goede communicatie tijdens het spel door middel van feedback en overleg door de vaardige leerlingen (persoonsgebonden).
  • De minder vaardige leerlingen staan open voor feedback en tips van de vaardige leerlingen (persoonsgebonden).


Taal: 

  • Leerlingen reageren snel op talige prikkels.
  • Leerlingen begrijpen de woordenschat en kunnen deze opdelen in ‘gebouwen’ en ‘lichaamsdelen’. Op die manier trainen ze hun receptieve kennis van (pas) geleerde woordenschat.
  • Leerlingen durven voor de klasgroep woorden in een vreemde taal uit te spreken.

Context

De klasgroep wordt onderverdeeld in 4 verschillende teams. Ieder team heeft een lintje met een specifieke kleur (groen, geel, rood en blauw).

Er wordt gewerkt op 2 verschillende terreinen.


Er staan 2 kegels in het terrein met als thema ‘bâtiments’ (figuur 1) en ‘mon corps’ (figuur 2). Op een stoel staat een doos met kaartjes waarop woorden staan geschreven uit beide thema’s.

Lesfragment

  • Eén van de leerlingen geeft het startsignaal door een onderwerp uit één van beide thema’s te benoemen:
  • gebouwen
  • lichaamsdelen

Eén van de leerlingen leest luidop een woord voor behorend tot één van de twee thema's.

  • De leerling die achter de kegel staat van het thema wordt verdediger op de andere speelhelft (vb. “O1 en X1”).


  • Leerling O2 en X2 steeds aanvaller.


  • Leerling X4 geeft op het startsignaal de pas naar leerling X2 of X3 die trachten te scoren met verdedigingsdruk in de rug van leerling O1 (zie figuur 4).

 

  • Op de andere speelhelft verloopt de oefening op dezelfde wijze.

Materialen

1. Videofragment

2. Startkegel met als thema 'bâtiments'

3. Startkegel met als thema 'mon corps'

4. Organisatie van de oefening van onderzoeksles 2

Referenties

Roose, E. (2021). CLIL in de BaSO aan de UCLL in Heverlee [Praktijkonderzoek, UC Leuven-Limburg].


Share by: