5. Score final

Voorbeeld 5    Score final 

CLIL-vak: Lichamelijke Opvoeding 

Graad: 1ste  graad  

Sleutelcompetentie: Andere talen

Eindterm(en):   

3.1 De leerlingen zijn gemotiveerd voor taal m.i.v. cultuur, lezen, spreken, schrijven, luisteren en inzicht in het taalsysteem. (attitudinaal)

3.6 De leerlingen nemen deel aan schriftelijke en mondelinge interactie in functie van doelgerichte communicatie.

3.8 De leerlingen gebruiken kenmerken, mogelijkheden en principes van vreemde talen als communicatiemiddelen in functie van doelgerichte communicatie.

 


Doeltaal: Frans

Lesonderwerp: basketbal, toepassen van basistechnieken basketbal in meerderheidssituaties

Taalvaardigheid: luistervaardigheid (instructie begrijpen) / schrijfvaardigheid / mondelinge interactie

Samenwerking met taalleraar:   

Tip 2 Planning – Ga samen zitten om je jaarplanning te bekijken.

Tip 5 Leerplandoelen – Ga na welke leerplandoelen in elkaars les aan bod kunnen komen.

Comparatif et superlatif.


Focus voor de CLIL-leraar:

Spreekkansen creëren en formuleren/ noteren van een correcte Franstalige zin.

Doelen

Lichamelijke Opvoeding:  /


Taal: 

  • Leerlingen begrijpen de instructies in het Frans.
  • Leerlingen kunnen scores van verschillende ploegen vergelijken door gebruik te maken van le comparatif en le superlatif, zowel mondeling als schriftelijk.


Context

De leerlingen worden verzameld rond het scorebord.

Hierop staan de scores genoteerd die werden behaald gedurende de les.

De leerlingen krijgen voor deze opdracht opnieuw de spreekkaders mee die eerder in de les tijdens een tussentijdse spreekoefening werden gebruikt (zie materialen).

De leerlingen worden verzameld rond het scorebord voor de instructie van de spreek- en schrijfoefening

Lesfragment

Op de kaartjes met de spreekkaders staan enkele vragen genoteerd. De leerlingen bespreken per team (mondeling) enkele vragen die ze terugvinden op het spreekkader. Ze trachten op basis van de resultaten die ze terugvinden op het scorebord correcte Franstalige zinnen te formuleren gebruik makende van de comparatif/ superlatif.


Eén van deze zinnen kiezen ze uit om op het scorebord of op hun mini-whiteboard te noteren. Indien met mini-whiteboards gewerkt wordt, plaatst elke ploeg zijn whiteboard op het scorebord. De leerkracht geeft klassikaal feedback op het eindresultaat. De groep die een correcte zin op het bord kan schrijven, scoort extra punten.

Finale scorebord (groepsindeling, scores en geschreven Franstalige zinnen per team)

Voor het formuleren van de zinnen kunnen de teams gebruik maken van de ondersteuning op de kaartjes.


Mogelijke antwoorden:

  • L’équipe ………. a marqué le plus de paniers.
  • L’équipe ………. a marqué le moins de paniers.
  • L’équipe ………. a marqué plus/ moins de paniers que l’équipe ………


Deze werkwijze biedt de leraar de kans om gericht correctieve feedback te geven. Bij vaak terugkerende fouten kan de taalleraar ingeschakeld worden om hierop dieper in te gaan in de taalles.

 

Enkele voorbeelden van fouten die wij observeerden (sic) :

  • « Nous avons moins marque que bleu. »
  • « L’ecuipe vert à le moins pointes que de bleue. »
  • « L’ecuipe rouge a marqué les moins des paniers. »
  • « Nous avons le plus de point de tout les équipes. »



Materialen

1. Videofragment: opdracht van de leerkracht

2. Videofragment: feedback van de leerkracht

3. Spreekkaders ter ondersteuning van het inoefenen van de specifieke grammatica

Share by: