Fouten

Tip 4 : fouten

CLIL-vakleraar, geef hardnekkige fouten van je leerlingen door aan je taalcollega.

Taalleraar, ga aan de slag met de fouten uit de CLIL-les.

De fouten die je als CLIL-vakleraar regelmatig vaststelt in je les, kan je doorgeven aan je taalcollega zodat die er in zijn les mee aan de slag kan.

voorbeeld

Dat kan gaan over kleine constructiefouten:

  • making homework i.p.v. doing
  • how is it called? i.p.v. what


Maar ook over verkeerde grammaticale constructies:

  • Where did you found that? i.p.v. find
  • je suis commencé i.p.v. j’ai commencé


Het kan ook te maken hebben met taalinhouden die de leerlingen nog niet geleerd hebben:

  • il faut que tu fais cet exercice i.p.v. tu fasses


In de taalles kan stilgestaan worden bij de fouten: het ‘waarom’ van de fout kan uitgelegd, fouten kunnen verbeterd en correcte structuren kunnen ingeoefend worden. Met andere woorden: de geïsoleerde fout uit de CLIL-zaakvakles wordt in de ruimere context van een (grammaticale of andere) regel gegoten, wat bijdraagt tot een betere transfer van de juiste constructie in het natuurlijke taalgebruik dat plaatsvindt in de CLIL-vakles of elders. Dat dit in onderling overleg tussen beide leraren gebeurt, zorgt ervoor dat je in de CLIL-vakles kan verwijzen naar hetgeen de leerlingen geleerd hebben in de taalles om zo extra in te zetten op transfer.

Share by: